Welkom bij de Talenexpo, een reis door de geschiedenis van het taalonderwijs in Nederland

Geschiedenis van het talenonderwijs in nederland

Expozaal 2, 1860-1920: Opbouw

1. School en maatschappij

De verzuiling drukte in de loop van de 19e eeuw een zwaar stempel op het onderwijs. Ze duurt in feite nog voort tot op de huidige dag, al zijn de scherpe tegenstellingen uit de dagen van de schoolstrijd niet meer zo uitgesproken aanwezig.

› klik hier om naar het hoofdstuk te gaan

2. Nederlands

Onder invloed van de tijdgeest komt ook in het schoolvak Nederlands de nadruk op het individu te liggen. De individuele taalontwikkeling van de leerling staat centraal, en onder het motto "Taal is klank" ontstaat een vernieuwing in de didactiek, gepropageerd door de redactie van het tijdschrift Taal en Letteren (o.a. Foeke Buitenrust Hettema en Jan van den Bosch). Ook de psycholinguïstische benadering vindt hier zijn oorsprong, met als bekendste voorvechter Jac van Ginneken. Cornelis Herman den Hertog legt de basis voor meer dan een eeuw grammaticaonderwijs.

De latere hoogleraar Gerrit Kalff bepleit in een invloedrijk pamflet voor een gedegen opleiding tot leraar Nederlands (en schrijft later een omvangrijke literatuurgeschiedenis).

› klik hier om naar het hoofdstuk te gaan

3. Moderne vreemde talen

De eindexameneisen voor de talen veranderden keer op keer: nu eens was sprake van en opstel, dan weer van een vertaling van vreemde taal naar de moedertaal. Het mondeling examen ging over literatuurgeschiedenis, maar werd later beperkt tot enkele gelezen boeken. De didactiek werd sterk bepaald door de grammatica-vertaalmethode, geïnspireerd door het onderwijs in het Latijn. Omstreeks 1900 leverde de directe methode veel discussie op.

› klik hier om naar het hoofdstuk te gaan

4. De leraren

Langzamerhand kwam er meer aandacht voor de opleiding van leraren in het middelbaar onderwijs. Veel leraren begonnen als onderwijzer in het lager onderwijs, maar wilden hogerop en blokten hard voor de aktes mo-A en mo-B. Dat waren staatsexamens, waarmee men de lesbevoegdheid voor mulo, hbs of gymnasium kon behalen, al hadden voor de laatstgenoemde onderwijsvorm universitair geschoolden (vaak ook gepromoveerd) de voorkeur. Deze examens werden voor het laatst afgenomen in 1998.

› klik hier om naar het hoofdstuk te gaan