Welkom bij de Talenexpo, een reis door de geschiedenis van het taalonderwijs in Nederland

Geschiedenis van het talenonderwijs in nederland

Expozaal 3, 1920-1970: Consolidatie

1. School en maatschappij

Mede door de financiële gelijkstelling van het openbaar en bijzonder onderwijs wordt de verzuiling versterkt. Pas in de roerige jaren zestig begint die te kraken, oude structuren en gezagsverhoudingen brokkelen af, de individualisering van de samenleving komt op gang. Het bijzonder onderwijs groeit, waarmee de kans op modernisering van het onderwijs door de overheid kleiner werd: bemoeienis op regeringsniveau wordt al snel gezien als aantasting van de vrijheid van onderwijs. Pas in de late jaren zestig komt een ingrijpende onderwijshervorming tot stand, de Mammoetwet.

› klik hier om naar het hoofdstuk te gaan

2. Nederlands

In de jaren tien ontwikkelt de Zwitser De Saussure het structuralisme, dat ten grondslag ligt aan schoolgrammatica's die tot ver in de 20e eeuw op grote schaal worden gebruikt. Brede discussies worden gevoerd over spellingwijzingen. In het schoolvak Nederlands begint de verzakelijking, in het literatuuronderwijs komt meer aandacht voor de maatschappelijke functie van literatuur. Voor de didactiek komt meer aandacht, getuige de verschijning van diverse handleidingen.

› klik hier om naar het hoofdstuk te gaan

3. Moderne vreemde talen

In de loop van de 20e eeuw verschuiven de posities van de talen: na de Tweede Wereldoorlog komt er langzamerhand een einde aan het primaat van het Frans, Duits verdwijnt uit de eerste klas, het Engels neemt het primaat over. Het talenonderwijs besteedt in de eerste leerjaren veel aandacht aan grammatica, in de latere leerjaren werden vele lesuren gevuld met het vertalen uit de vreemde taal (“Vertaal in goed Nederlands”, zo luidde de kop boven de te vertalen tekst). Mondelinge vaardigheden verschijnen in de examenprogramma’s ongeveer gelijktijdig met de invoering van de Mammoetwet.

› klik hier om naar het hoofdstuk te gaan

4. De leraren

Status en salariëring variëren: ongeveer tot aan de jaren zestig is het leraarschap een gerespecteerd vak, het salaris is lange tijd matig, maar neemt toe met de groei van het leerlingenaantal, ook dankzij de inspanningen van de lerarenorganisaties. De didactische (na-)scholing staat op een laag pitje, veel mensen in het voortgezet onderwijs komen al binnen met leservaring die ze hebben opgedaan als onderwijzer. In het verenigingsblad Levende Talen, komt, vooral na WO II, langzamerhand meer aandacht voor didactische artikelen.

› klik hier om naar het hoofdstuk te gaan