Welkom bij de Talenexpo, een reis door de geschiedenis van het taalonderwijs in Nederland

Geschiedenis van het talenonderwijs in nederland

Expozaal 4, 1970-2000: Vernieuwing

paragrafen: 4
illustraties: 42
mediafragmenten: 2

1.4 Didactiek

Maakbaarheid
In het kielzog van de organisatorische veranderingen door de Mammoetwet ontstond ook aandacht voor didactische vernieuwing. In de jaren zestig was de onderwijskunde ontstaan als aparte tak van wetenschap, en de onderwijskundigen roerden zich met veel vernieuwingsdrang. Het onderwijs werd niet langer gezien als een niet te beïnvloeden maatschappelijk proces, maar leek maakbaar. Voor de 68’ers was de hele maatschappij maakbaar, en de school moest daarvoor een instrument zijn.

Leerstofgericht
De didactiek was al heel lang sterk op de leerstof gericht geweest. In de jaren ’70 concentreerde de jonge onderwijskunde zich daarop.

Om differentiatie binnen klassenverband mogelijk te maken werd Mastery Learning gepropageerd: de leerstof wordt in duidelijke porties opgedeeld en gesystematiseerd. Basisstof onderdeel 1 wordt getoetst, en wie dat snel beheerst krijgt extrastof, totdat de hele klas verder kan met basisstof onderdeel 2, enzovoort. Dat vergde veel van de docent: die moest veel organiseren en veel toetsen, en niet elk vak bleek zich te lenen voor opsplitsing in duidelijk te onderscheiden kleinere eenheden.

Leerlinggericht
In de jaren tachtig werd "leerstofgericht" steeds meer een scheldwoord en "leerlinggericht" het toverwoord. Dat werd versterkt door de ideeën van de 68’ers: geen eenheidsworst, geen drill, maar emancipatie, optimale ontplooiing van het individu, individuele leerwegen. De leerling was geen leeg vat dat volgegoten moet worden met vastgestelde porties kennis die morgen alweer verouderd is, maar een lerend individu, dat moet leren leren als voorbereiding op een leven lang leren.

Die opvatting paste zowel in het linkse als in het rechtse denken. De leerling moet een mondig burger worden in de democratische, steeds veranderende maatschappij, maar ook een flexibele werknemer, die zich snel kan inwerken en zo nodig kan omscholen onder snel wisselende economische omstandigheden.

De actieve en zelfstandige leerling
Bij de invoering van de basisvorming in 1993 benadrukte de de overheid het actief en zelfstandig leren. Bij de invoering van de vernieuwde tweede fase havo en vwo in 1998/1999 stimuleerde zij het "studiehuis". De leerling moest leren zijn eigen leerproces te sturen, de leraar moest een meer begeleidende rol gaan spelen. Ook moesten de traditionele scheidsmuren tussen de vakken geslecht worden door vakoverstijgende projecten.

Om dat allemaal mogelijk te maken werd de studielastbenadering ingevoerd. Politiek en overheid wilden af van de oude lessentabellen, die de aantallen contacturen per vak per klas voorschreven. Die bonden de scholen te sterk aan het klassikale lesgeven binnen vakken. De hoop was dat de leerlingen in het "studiehuis" meer gestimuleerd en gemotiveerd zouden worden.