Welkom bij de Talenexpo, een reis door de geschiedenis van het taalonderwijs in Nederland

Geschiedenis van het talenonderwijs in nederland

Expozaal 1, tot 1860: Voorgeschiedenis

paragrafen: 5
illustraties: 60
mediafragmenten: 0

3.4 Leermiddelen

Soorten leermateriaal
Rond 1800 waren leermiddelen nog schaars en duur en speelde het memoriseren nog een grote rol. Pas rond het midden van de negentiende eeuw konden boeken in grotere hoeveelheden worden geproduceerd vanwege de  uitvinding van de rotatiepers. Tegelijkertijd werd ook het papier goedkoper, zodat meer mensen toegang kregen tot het gedrukte woord.

Het leermateriaal voor de moderne vreemde talen bestond rond 1800 uit drie categorieën, nl. woordenboeken, spraakkunsten en gespreksboekjes. Met dit soort leermateriaal kon men in principe een vreemde taal leren - op school, met behulp van een privé-leraar of thuis via zelfstudie.

Elk van deze soorten leerboeken had een gevarieerdere leerinhoud dan men op grond van hun naam zou verwachten. Gespreksboekjes bestonden uit verzamelingen dialogen, nuttige uitdrukkingen, vocabulaire, eenvoudige spraakkunstregels en dergelijke. Dit materiaal moest van buiten worden geleerd en was daarom in de eerste plaats bestemd voor beginners.

Spraakkunsten boden meestal niet alleen maar grammatica aan, maar presenteerden daarnaast allerlei andere leerinhoud, zoals het materiaal dat we ook aantreffen in gespreksboekjes, en bijvoorbeeld zinnen en teksten om te vertalen. Het waren dus vaak leerboeken met een grote diversiteit onder de naam “spraakkunst”.

De woordenboeken uit die tijd boden ook meer aan dan men zou verwachten, nl. niet alleen lijsten met woorden, maar ook grammatica, dialogen, vocabulaire enzovoort. Al deze leerboeken konden door verschillende soorten leerders worden gebruikt: kinderen en volwassenen, beginners en gevorderden, leerlingen op school en mensen die waren aangewezen op zelfstudie of privéonderwijs. 

Toename en diversificatie van het leermateriaal
In de loop van de negentiende eeuw zien we twee ontwikkelingen optreden in het leermateriaal voor de moderne vreemde talen. Ten eerste een grote toename van het aantal uitgegeven leerboeken, ten tweede een sterk toenemende diversificatie van het leermateriaal. Zo weten we dat er rond 1860 twee tot drie keer zoveel leerboeken voor Frans, Duits en Engels werden uitgegeven als rond 1810. Daarnaast groeide het aantal categorieën leerboeken dat we kunnen onderscheiden. Is er aanvankelijk slechts sprake van drie categorieën, geleidelijk breidt het aantal zich uit tot zo’n acht verschillende soorten leerboeken. We denken dan aan algemene cursusboeken die de plaats innamen van de vroegere “spraakkunsten”, en verder aan oefenboeken, grammatica’s, handleidingen voor de uitspraak, vocabulaires c.q. idioomboeken, woordenboeken, lerarenhandleidingen en examenbundels.