Welkom bij de Talenexpo, een reis door de geschiedenis van het taalonderwijs in Nederland

Geschiedenis van het talenonderwijs in nederland

100 jaar Levende Talen

paragrafen: 8
illustraties: 61
mediafragmenten: 4

8 De periode 2000-2010

Opsplitsing tijdschrift in LTM en LTT
Met het nieuwe millennium verschijnt het verenigingsorgaan in twee nieuwe gedaanten: het wordt opgesplitst in Levende Talen Magazine (LTM), dat acht maal, en in Levende Talen Tijdschrift (LTT), dat vier maal per jaar zal verschijnen .
Voorzitter Gé Stoks schrijft in een Ten geleide: “LTM is een journalistiek blad met veel actuele informatie, korte berichtgeving en tips. LTT bevat didactisch-analytische teksten en beschouwingen over moedertaal- en vreemdetalenonderwijs.”
In het tijdschrift zijn artikelen te vinden over onderwerpen als: argumenteren, toetsing en vernieuwing in het voortgezet onderwijs, de invulling van deelvakken, dyslexie, het Europees Referentiekader, het taalportfolio. Per 2003 is het tijdschrift ook digitaal te raadplegen.
Het eerste nummer van LTM is meteen een themanummer: “Een nieuwe generatie docenten”. Later is een themanummer gewijd aan de moderne talen in het mbo, een onderwijssector die doorgaans niet veel aandacht in de vereniging ondervindt. Voor het mbo verschijnt ook met enige regelmaat een eigen rubriek. Andere themanummers zijn: “Moderne vreemde talen in het vmbo”, “De leerling centraal”, “Verhalen vertellen”,"E-mailen en chatten”, “Tandemleren” (met dank aan de Talenacademie Nederland en het Europees Platform voor de videofilm op deze pagina), “Tweetalig onderwijs”. In 2010 wordt er zelfs een aparte uitgave “Taalkunde en het schoolvak Nederlands” uitgebracht.
Vanaf september 2009 verschijnt het magazine in full color.

Het talenonderwijs wordt gedigitaliseerd
Internet is nu definitief doorgebroken, er wordt een rubriek Internet gestart, die vele jaren lang zal worden voortgezet door erelid John Daniëls. Kennisnet gaat van start waarin voor allerlei disciplines interessante en nuttige onderwerpen worden gepresenteerd, voor Nederlands, Frans, Duits en Engels (en andere schoolvakken) worden vakcommunities gecreëerd.
In LTM ontstaat een discussie over het gebruik van webquests en talenquests. Volgens sommigen zou het taalniveau van leerlingen wat betreft het Frans en Duits niet toereikend zijn om ze zelfstandig op Internet los te laten.
In het blad verschijnen ook artikelen over nieuwe toepassingen: de ELO (electronische leeromgeving, zoals Blackboard), videoconferencing, het gebruik van Skype in de les, het digibord, training luister- en spreekvaardigheid met podcasts en blogs. Ook aan nieuwe onderwijsontwikkelingen in bredere zin, zoals het ‘nieuwe leren’ (UniC, Slash 21), wordt aandacht besteed. Nieuwe benaderingen als de Accelerative Integrated Method (AIM) van Wendy Maxwell en Teaching Proficiency through Reading and Storytelling van Blaine Ray komen eveneens aan bod.

Heelvak of deelvak?
De politiek bedenkt in deze jaren nul een nieuwe constructie voor Duits en Frans: die kunnen worden aangeboden als deelvakken. Voor de havo gaat het om luister- en spreekvaardigheid, in het vwo om leesvaardigheid als verplichte onderdelen. Leerlingen kunnen kiezen voor aanvulling met de overige vaardigheden, zodat het een heel vak wordt.
Het Hoofdbestuur geeft commentaar op deze maatregel en vraagt de leden te reageren. De reactie luidt praktisch unaniem: afschaffen, dat slechte idee. Een actiegroep die zich tooit met de naam Heelmeesters verzamelt 2600 handtekeningen ter verzending naar Staatssecretaris Adelmund met het verzoek om ruime mogelijkheden voor de heelvakken. De door velen gedeelde kritiek op de deelvakken sorteert effect: per 1 augustus 2007 worden ze weer ‘geheeld’.

Uitbreiding dienstverlening en beroepenstandaard
In september 2002 belegt het bestuur een bezinningsbijeenkomst over de toekomst van de vereniging vanwege problemen als: teruglopend ledental, de moeilijkheid om bestuursleden te vinden en ‘inherente tegengestelde belangen’ van de secties. Als een van de manieren om meer leden te werven overweegt het om aansluiting te zoeken bij de CMHF (Centrale van Middelbare en Hogere Functionarissen), waardoor het mogelijk wordt om (rechtspositionele) belangen van individuele leden te behartigen. In de jaarvergadering van 2004 stemmen de leden in meerderheid voor deze nieuwe constructie en vanaf 2005 zijn er twee beroepskrachten voor het vakbondswerk in dienst.
Het bureau van de vereniging verhuist in 2005 van Amsterdam naar Naarden, vier jaar later weer in omgekeerde richting.
In 2006 presenteert de SBL (Stichting Beroepskwaliteit Leraren) een lijst met competenties waaraan leraren moeten voldoen. Daarin worden vier rollen onderscheiden: de interpersoonlijke, de pedagogische, de vakinhoudelijk en vakdidactische, de organisatorische. Het bestuur van de VLLT vat het plan op voor een register voor talendocenten, beheerd door de vereniging.

Nieuwe secties
In 2006, tien jaar na de oprichting van de sectie Arabisch/Turks, scheiden zich de wegen, elke taal vormt een eigen sectie. Belangrijkste argumenten: er is geen taalkundig verband, er zijn nu genoeg leden om aparte secties te vormen, elke taal heeft zijn specifieke belangen, zo zullen meer leden kunnen worden geworven.
Ongeveer terzelfder tijd wordt een sectie Nederlandse gebarentaal opgericht, die regelmatig publiceert in het magazine. In 2007 doet de sectie Chinees als laatste sectie haar intrede. De vereniging omvat sinsdien dertien secties.