Welkom bij de Talenexpo, een reis door de geschiedenis van het taalonderwijs in Nederland

Geschiedenis van het talenonderwijs in nederland

Expozaal 4, 1970-2000: Vernieuwing

paragrafen: 5
illustraties: 20
mediafragmenten: 4

2.3 Didactiek

In het midden van de jaren zeventig verschijnen er een aantal invloedrijke werken op het gebied van de moedertaaldidactiek. Zo publiceert de didacticus Jan Griffioen in 1974 zijn boek Zeggenschap, grondslagen en een uitwerking van een didaktiek van het Nederlands in het voortgezet onderwijs, dat in 1978 in een bewerking met Harm Damsma een tweede druk beleeft. Een paar jaar later, in 1980, verschijnt van een Leidse Werkgroep Moedertaaldidactiek wat in de wandelgangen de "Leidse Bijbel" is gaan heten: het omvangrijke blauwe boek getiteld Moedertaaldidactiek. Een handleiding voor het voortgezet onderwijs, onder eindredactie van Hans Hulshof. Naast Hulshof bestond de werkgroep uit Helge Bonset, Bernard Schut, Heleen van der Straaten en Jan Wallert.

De Grote Grammaticadiscussie
Ondertussen is in de gehele westerse wereld ook de Grote Grammaticadiscussie losgebarsten. In het verlengde van de ontwikkelingen die al met J. Leest waren ingezet, komt in het moedertaalonderwijs de literair-grammaticale methode steeds meer ter discussie te staan. De vraag is of een vaardigheid in zinsontleding wel bijdraagt aan de taalvaardigheid (lees- of schrijfvaardigheid), of in het leren van de moderne vreemde talen. Onderzoek slaagt er niet in om hier een duidelijk antwoord op te geven.

Daarbij komt dat de traditionele grammatica in de taalwetenschap op zijn retour is, en mede daardoor ook voet aan de grond verliest in het voortgezet onderwijs. In het tijdschrift Levende Talen publiceren de laatste traditionele grammatici zoals Piet Paardekooper, Maarten van den Toorn en Frida Balk-Smit Duyzentkunst in de jaren zestig nog met enige regelmaat artikelen over kwesties uit de redekundige of taalkundige ontleding, maar vanaf 1970 verliezen ze langzaam terrein. Dan gaat het meer over schrijf-, lees- en spreekvaardigheid, en over het nut van literatuur.

Eind jaren zeventig publiceert de Adviescommissie voor de Leerplanontwikkeling Moedertaal (ACLO-M) een rapport waarin aanbevolen wordt om de traditionele zinsontleding bijna geheel uit de leerplannen te schrappen, in ruil voor een meer communicatief of sociolinguistisch georienteerde vorm van taalbeschouwing. Wat er nog overblijft aan traditionele grammatica zou geheel in functie moeten staan van het taalonderwijs in het algemeen. 

Er steekt een storm van verontwaardiging op in de media, die weer in de vakliteratuur gepareerd wordt, waarna er een verwarrend evenwicht lijkt te ontstaan. Hoewel de grammaticale termen langzaam uit de eindtermen en kerndoelen van het leerplan verdwijnen, blijft de traditionele zinsontleding zich tot vandaag de dag handhaven in de lagere klassen van het voortgezet onderwijs.