Welkom bij de Talenexpo, een reis door de geschiedenis van het taalonderwijs in Nederland

Geschiedenis van het talenonderwijs in nederland

Expozaal 5, na 2000: Perspectief

paragrafen: 5
illustraties: 14
mediafragmenten: 8

2.2 Examenprogramma's

Ontwikkeling
Het examenprogramma Nederlands is in het eerste decennium van de 21e eeuw nog steeds (zie ook Expozaal 1, De positie van Nederlands) gebaseerd op de klassieke vaardigheden van het vak Lezen, schrijven, spreken en luisteren, ook al is de laatste enigszins op de achtergrond geraakt in het domein Argumentatieve vaardigheden. Ook de twee kennisgebieden taalkunde en letterkunde zijn nog herkenbaar, zij het dat de taalkunde niet expliciet benoemd wordt.

De domeinen van het examenprogramma Nederlands in 2010 zijn als volgt:

A. Leesvaardigheid
B. Mondelinge taalvaardigheid
C. Schrijfvaardigheid
D. Argumentatieve vaardigheden
E. Literatuur
F. Oriëntatie op studie en beroep

Duidelijk herkenbaar is dat het examenprogramma meer gebaseerd is op de vaardigheden die bij het vak horen dan op de kennisgebieden. Dat is het gevolg van de kentering die zich aan het einde van de negentiende eeuw inzette (met de aandacht voor het individuele taalgevoel), en die zich gedurende de twintigste eeuw heeft doorgezet.

Kennisgebieden
Daarmee zijn de kennisgebieden een beetje op de achtergrond geraakt: de letterkunde zit natuurlijk in het domein Literatuur, hoewel ook daar de nadruk niet zozeer op de literatuurgeschiedenis en de literatuurtheorieën ligt, en mogelijk in de Oriëntatie op studie en beroep, waar het de oriëntatie op een letterkundige studie betreft. De taalkunde is vrijwel helemaal verdwenen uit het examenprogramma. Het domein Argumentatieve vaardigheden heeft potentieel een taalkundige inhoud, en ook bij schrijfvaardigheid kunnen incidenteel taalkundige kwesties aan de orde komen, maar het kennisgebied in de breedte wordt niet benoemd.

Ontwikkelingen
Er zijn tekenen dat de gesignaleerde trend zich verder zal doorzetten: ook het kennisgebied letterkunde staat onder druk. De toenemende ontlezing, en discussies over het nut van het lezen van literatuur (laat staan de kennis van de literatuurgeschiedenis) zijn wat dat betreft tekenen aan de wand.

Anderzijds zijn er ook maatschappelijke ontwikkelingen die een andere richting uit wijzen: de toenemende rol van taal- en spraaktechnologie in het dagelijks leven (mobiele telefonie, zoekmachines en internet, technologische hulpmiddelen voor schrijven en lezen) vraagt om aandacht, en ook zijn er tekenen dat in het algemeen de slingerbeweging tussen aandacht voor vaardigheden en kennis weer in de richting van kennis gaat. Ook zitten geesteswetenschappelijke studies als taalkunde en letterkunde in de lift, waardoor in het domein Oriëntatie op studie en beroep de relevantie van de kennisgebieden zou kunnen toenemen.