Themanummers en nieuwe rubrieken
In 1991 komt een themanummer “Taalkunde in het voortgezet onderwijs” uit, mede naar aanleiding van het idee van de Commissie Vernieuwing Eindexamens Nederlands om te gaan experimenteren met een onderdeel taalkunde in het vwo. Het zal pas duren tot 2007 voordat eindelijk de mogelijkheid wordt geboden om taalkunde aan te bieden in havo en vwo.
In het kielzog van de nota “Nieuwe examens aan de horizon” (commissie Van Els 1991) verschijnt in 1992 een themanummer over de nieuwe eindexamenprogramma’s.
Per 1992 wordt in zee gegaan met een nieuwe uitgever, Editekst, het tijdschrift krijgt dankzij DTP een ander uiterlijk. Dat leidt tot een heuse bestuurlijke crisis, die zo hoog oploopt dat de redactie integraal aftreedt. Ze beschuldigt het DB van “wanbeheer, belangenverstrengeling en nepotisme”. Ook het DB treedt af en er moet een commissie goede diensten aan te pas komen.
Editekst zegt het contract op, per 1 januari 1993 gaat BDU het tijdschrift drukken en de vereniging wordt zelf uitgever.
In haar jaarverslag over 1993 stelt de redactie vast dat het aantal “Uit de praktijk”-bijdragen is gegroeid en dat er meer discussie wordt gevoerd. Zij streeft ernaar om minder omvangrijke, beter leesbare en meer praktisch georiënteerde artikelen te plaatsen, ook zullen er meer illustraties en “quotes” komen.
Nummer 500 (1995) wordt, als uitkomst van een prijsvraag, gevuld met “Het beste uit de praktijk”, een vriendelijke brief van staatssecretaris Netelenbos en columns van “prominenten” zoals Van Els. In hetzelfde jaar komt een themanummer “Grammatica opnieuw bekeken” uit, onder het motto “grammatica mag weer”.
Per 1996 toont het blad een nieuwe cover, veel aandacht wordt besteed aan sectiekopij. Nieuwe rubrieken zijn: “De leerling aan het woord” en “Literatuur in de klas”. In dat jaar verschijnt themanummer “Leren leren in het talenonderwijs”, voor de hand liggend bij de invoering van de tweede fase.
In jaargang 1997 doen wisselcolumnisten Bogaards en Bonset hun intrede, een rubriek “De kwestie” wordt geïntroduceerd er verschijnt een themanummer “Talen in de nieuwe tweede fase”.
In de jaarvergadering 1997 wordt terloops de suggestie gedaan om het verenigingsorgaan op te splitsen in een meer populariserend respectievelijk een meer wetenschappelijk georiënteerd tijdschrift.
In 1998 verschijnt er een themanummer “Doeltaal-voertaal”, waarin onder meer de legendarische docent Frans Joop Van Schaik een dag in zijn lessen wordt gevolgd, waarin hij uitsluitend Frans spreekt met zijn leerlingen.
Met de invoering van de tweede fase verschijnen vele nieuwe leergangen, daarom verschijnt er in 1999 een themanummer “Leergangen wegen”. Ook dient zich een nieuwe columnist aan: Augias, die de “Mythe van de maand” doorprikt. In 2001 zal de laatste mythe worden doorgeprikt: Gerard Westhoff onthult dat hij de drager is van die nom de plume.
Europa steeds dichterbij
In dit decennium komt er nog meer aandacht voor Europa. De SLO (Stichting Leerplanontwikkeling) organiseert in 1990 een Benelux-workshop met als thema “Leerplanontwikkeling moderne vreemde talen in de tweede fase voortgezet en technisch en beroepsonderwijs”, waaraan ook andere Europeanen deelnemen. Een jaar later wordt een startconferentie gehouden over het LINGUA-project van de EG, dat als doel heeft het verbeteren van de kennis van vreemde talen van docenten en leerlingen/studenten.
Staatssecretaris Netelenbos deelt op het Taalcongres in 1998 mee dat er een “Europa Plus-vignet” komt, een Europees kwaliteitscertificaat voor innovatieve projecten van de Europese talen. Een jaar later heet het “Europees Talenlabel”.
In de jaarvergadering van 1998 deelt voorzitter Gé Stoks mee dat de examens zullen worden gerelateerd aan het Europees Referentiekader (ERK). Een themanummer “Internationalisering” van Levende Talen (1999) bevat informatie over het ERK en het Taalportfolio, tweetalig onderwijs en scholenuitwisseling.
Andere nieuwe ontwikkelingen in deze periode: